Tvoyage van Mher Joos van Ghistele
Vanaf de late middeleeuwen en de vroege renaissance kwamen
alsmaar meer Europese reizigers, pelgrims en handelaren, naar Egypte. Ook de
interesse voor de faraonische monumenten nam toe. In de reisverhalen die Europa
bereikten werd Egypte afgeschilderd als een exotisch tot de verbeelding
sprekend land. De reizigers vertelden over hetgeen ze hadden of dachten te
hebben gezien.
De pelgrimstocht van de Gentenaar Joos van Ghistele (1446-1520), in
dienst bij Karel de Stoute, begon op 15 november 1481, ging langs Jeruzalem,
Alexandrië, Cairo – waar hij verbleef bij een Mechelaar, Francisco Tudesco - en
Sakkara tot Kouseir in Midden-Egypte en eindigde na vier avontuurlijke jaren in
het Zeeuws-Vlaamse Zuiddorpe. Op basis van Ghisteles aantekeningen en
mondelinge mededelingen schreef Ambrosius Zeebout, onder de titel Tvoyage van Mher Joos van
Ghistele omstreeks 1490 een uitgebreid verslag van die gedenkwaardige reis. Dit
relaas bestaat uit acht boeken, die samen 210 hoofdstukken tellen. Een
origineel manuscript is in het bezit van de Egyptologische Stichting Koningin
Elisabeth te Brussel. Méér dan aan de wederwaardigheden van Joos van Ghistele
en zijn reisgenoten is daarin aandacht besteed aan de staatsinrichting, de
godsdienst, de landbouw, de zeden en gewoonten en de oudheden van de bezochte
plaatsen. Van deze en gelijkaardige reisverhalen is een grote stimulans
uitgegaan om Egypte beter te leren kennen.
Christiaan Janssens
No comments:
Post a Comment